Gedwongen stopzetting


Een aantal factoren kunnen ertoe leiden dat je gedwongen bent om je activiteiten tijdelijk of definitief stop te zetten.

  • natuurramp
  • brand
  • beschadiging
  • allergie
  • beslissing van een derde actor of gebeurtenis met een economisch impact
  • faillissement
  • economische moeilijkheden met een officiële stopzetting tot gevolg

In dat geval kan je aanspraak maken op het “klassiek” overbruggingsrecht (hervormd sinds 01/01/2023).

Waar heb je recht op?

Het overbruggingsrecht opent volgende rechten:

  • Je hebt gedurende maximum 4 kwartalen recht op ziekteverzekering (geneeskundige zorgen en arbeidsongeschiktheidsuitkeringen ) en recht op kinderbijslag zonder bijdragebetaling. Let op! Tijdens het overbruggingsrecht bouw je geen pensioenrechten op.
  • Je krijgt gedurende maximaal 12 maanden financiële uitkering:
    • 1 574,68 euro/maand als alleenstaande/393,67 euro per periode van 7 opeenvolgende kalenderdagen
    • 1 967,73 euro/maand met een gezin ten laste/491,93 euro per periode van 7 opeenvolgende kalenderdagen

Toekenningsperiode financiële uitkering:

  • Eerste periode: start op de dag dat het feit zich voordoet en eindigt op de laatste dag van de kalendermaand die volgt op de kalendermaand waarin het feit zich voordoet. Gedurende deze periode wordt de uitkering toegekend per segment van 7 opeenvolgende kalenderdagen. Voor elke periode van 7 dagen wordt een weekuitkering uitgekeerd (25% van het maandbedrag). Indien er geen onderbreking van minstens 7 opeenvolgende kalenderdagen is, is er geen recht op de financiële uitkering.
  • Tweede periode: de periode van onderbreking aansluitend op de eerste periode. De financiële uitkering wordt toegekend per kalendermaand en niet meer per 7 opeenvolgende kalenderdagen.

Cumulatie:

  • Met een beroepsactiviteit (zowel als zelfstandige, als loontrekkende of ambtenaar)
    • in de eerste periode: geen financiële uiktering voor elke periode van 7 opeenvolgende dagen waarin er een beroepsactiviteit was.
    • in de tweede periode: beperkte cumulatie met een beroepsactiviteit mogelijk. Het overbruggingsrecht kan gedurende maximaal 3 maanden gecombineerd worden met een beroepsactiviteit. Deze maanden moeten niet opeenvolgend zijn. De financiële uitkering wordt daarbij degressief verminderd: de eerste maand -25%, de tweede maand -50%, de derde maand -75%. Om de cumulatie mogelijk te maken moet er minstens één volledige kalendermaand zijn waarin de beroepsactiviteiten volledig onderbroken zijn.
  • Met een vervangingsinkomen: het overbruggingsrecht kan gecombineerd worden met een vervangingsinkomen in het kader van de sociale zekerheid. De cumulatie met een ander vervangingsinkomen is slechts toegestaan als de som van de uitkering van het overbruggingsrecht en het andere vervangingsinkomen per maand niet hoger is dan het toepasselijke bedrag van de uitkering van het overbruggingsecht. Bij overschrijding zal het maandelijkse bedrag van de uitkering van het overbruggingsrecht verminderd worden met het bedrag van de overschrijding. Per volledige maand onderbreking kan de cumulatie worden toegestaan voor minstens 1 maand (met een maximum van 3 maand).

Wat zijn de voorwaarden ?

Om aanspraak te maken op het overbruggingsrecht, moet je cumulatief aan vier voorwaarden voldoen:

  • Je was zelfstandige in hoofdberoep, meewerkende echtgenoot (maxistatuut), zelfstandige met toepassing art. 37 of student-zelfstandigen met sociale bijdrage gelijk aan de minimumbijdrage zelfstandige in hoofdberoep, gedurende het kwartaal waarin het feit zich voordeed én minstens de drie daaraan voorafgaande kwartalen.
  • Je was tijdens diezelfde kwartalen sociale bijdragen verschuldigd. Als de aanvrager vrijstelling van bijdragen had tijdens deze kwartalen in het kader van mantelzorg, vrijstelling na bevalling of een toegekende vrijstelling door het RSVZ, dan mogen deze kwartalen meegenomen worden voor deze voorwaarde. De kwartalen met gelijkstelling wegens ziekte of voortgezette verzekering komen niet in aanmerking.
  • Je hebt minstens vier kwartaalbijdragen betaald in de loop van de voorafgaande zestien kwartalen (het gaat hier om effectief betaalde bijdragen en kwartalen met opbouw pensioenrechten, vrijgestelde kwartalen tellen niet mee).
  • Je hebt je hoofdverblijfplaats in België.

Volgende categorieën komen nooit in aanmerking voor het klassiek overbruggingsrecht:

  • Zelfstandigen in bijberoep (ongeacht de hoogte van de bijdragen).
  • Zelfstandigen in hoofdberoep met toepassing van art. 37 (gelijkstelling bijberoep) met verminderde of geen bijdragen.
  • Student-Zelfstandigen met verminderde of geen bijdragen.
  • Zelfstandigen met een (vervroegd) rustpensioen als zelfstandige of als werknemer of die de wettelijke pensioenleeftijd hebben bereikt en hun activiteit voorzetten, zelfs al zijn de minimum bijdragen van een zelfstandige in hoofdberoep verschuldigd op basis van het referte-inkomen.

Het klassiek overbruggingsrecht heeft twee toegangscriteria – onder welk criteria valt jouw stopzetting?

1. Gedwongen onderbreking

Zelfstandigen, helpers en meewerkende echtgenoten die, door omstandigheden onafhankelijk van hun wil, gedwongen worden elke zelfstandige activiteit tijdelijk te onderbreken of definitief stop te zetten kunnen voor dit criteria beroep doen op het overbruggingsrecht.

Zes situaties komen hiervoor in aanmering:

  • brand
  • natuurramp
  • beschadiging van de voor professioneel gebruik bedoelde gebouwen of de professionele uitrusting
  • allergie veroorzaakt door het uitoefenen van je beroep
  • een gebeurtenis met economische impact of een beslissing van een derde economische actor. Voorbeelden: langdurige en zware wegenwerken, crisis in de sector waarin de zelfstandige actief is,…
  • faillissement

2. Stopzetting wegens economische moeilijkheden

In tegenstelling tot de gedwongen onderbreking waar een loutere onderbreking van de activiteiten mogelijk is, moet er bij de stopzetting wegens economische moeilijkheden een officiële stopzetting geacteerd zijn.

Dit criteria moet bewezen worden op basis van één van volgende voorwaarden:

  • je ontvangt op het ogenblik van de stopzetting een leefloon
  • je bent vrijgesteld door het RSVZ van sociale bijdragen (volledig of gedeeltelijk) in de periode van 12 maanden die voorafgaat aan de maand van je stopzetting
  • in het jaar van de stopzetting én het jaar daarvoor was je netto belastbaar inkomen als zelfstandige niet hoger dan de minimale bijdragedrempel van dat jaar als zelfstandige of helper, of niet hoger dan de helft daarvan als meewerkende echtgenoot.

Er gelden extra voorwaarden voor helpers, meewerkende echtgenoten en zelfstandigen die actief zijn in een vennootschap:

  • Als helper of meewerkende echtgenoot kom je enkel in aanmerking indien ook het inkomen van de hoofdzelfstandige die je bijstaat de minimumdrempel niet overschrijdt.
  • Was je op het moment van de stopzetting zaakvoerder, bestuurder of werkend vennoot, dan moet er op dat moment een procedure tot ontbinding en vereffening opgestart zijn én mag die vereffening je geen voordeel opleveren dat hoger is dan de dubbele minimumdrempel hoofdberoep van dat jaar.

Bijkomende maanden/kwartalen overbruggingsrecht opbouwen

Je kan als zelfstandige tijdens je loopbaan meermaals beroep doen op je overbruggingsrecht.

De maximale toekenningsduur per afzonderlijk feit is beperkt tot 12 maanden uitkering en 4 kwartalen behoud van rechten. De maanden met cumul waarin maar een gedeeltelijke uitkering werd uitgekeerd worden als volledige maanden in mindering gebracht van het basispakket.

De uitkeringen ontvangen in het kader van het corona-overbruggingsrecht worden niet in mindering gebracht op de termijn van 12 maanden van het klassieke overbruggingsrecht.

In functie van de opbouw van het aantal pensioenvormende kwartalen tussen twee feiten heb je recht op bijkomende maanden (financieële uitkering) of kwartalen (vrijwaring sociale rechten). Per feit blijft de maximale toekenning echter beperkt tot 12 maanden uitkering en 4 kwartalen behoud van rechten.

Het aantal bijkomende maanden/kwartalen wordt berekend aan de hand van de pensioenvormende maanden gelegen tussen tussen het vorige feit waarvoor het overbruggingsrecht werd toegekend en het nieuwe feit waarvoor het overbruggingsrecht wordt aangevraagd. Daarbij wordt rekening gehouden met de periode van het kwartaal van het vorige feit tot en met het kwartaal van het nieuwe feit.

Aantal pensioenvormende kwartalen Bijkomende maanden Bijkomende kwartalen
Minder dan 12 3 1
Tussen 12 en 15 4 1
Tussen 16 en 19 5 1
Tussen 20 en 23 6 2
Tussen 24 en 27 7 2
Tussen 28 en 31 8 2
Tussen 32 en 35 9 3
Tussen 36 en 39 10 3
Tussen 40 en 43 11 3
Minstens 44 12 4

Aanvraag klassiek overbruggingsrecht

Het overbruggingsrecht moet aangevraagd worden met de aangepaste formulieren bij je sociaal verzekeringsfonds en kan meerdere keren aangevraagd worden tijdens de beroepsloopbaan.

Belangrijk: dien je aanvraag in binnen de twee kwartalen na het kwartaal waarin je de activiteit stopzette of de aanvraag voor de opening van het faillissement is neergelegd.

Zend het aanvraagformulier aangetekend aan je sociaal verzekeringsfonds.

Aanvraagformulier

Fiscale en sociale behandeling

De financiële uitkering wordt als vervangingsinkomen progressief belast en wordt niet meegenomen voor de berekeningsbasis van de sociale bijdragen. De uitkeringen worden opgenomen in een fiscale fiche 281.18.

Faillissement aanvragen

Kun je als zelfstandige de financiële verplichtingen van je zaak niet meer nakomen? Lukt het je structureel niet meer om je rekeningen te betalen? En heb je geen realistisch zicht op beterschap? Dan is een faillissement vaak de enige oplossing.

Hoe het faillissement aanvragen?

Het faillissement aanvragen is een moeilijke beslissing die iedereen liefst voor zich uitschuift. Toch leg je de boeken beter vroeger dan later neer. Zo houd jij je schuldaflossingen nog overzichtelijk en beperk je de schade. Daarbij volg je best de volgende procedure.

Faillissement: procedure aangifte

Wie doet de aangifte? Je schuldeisers of het openbaar ministerie of advocaat geven je faillissement aan. Of je doet dit zelf. Leg je vanuit eigen beweging de boeken neer? Dan moet jij het faillissement aangeven via regsol.be, het centraal register solvabiliteit. Via dit digitale platform kunnen schuldeisers, gemachtigden en belanghebbenden openstaande insolventiedossiers, beheerd door de ondernemingsrechtbanken, opstarten, raadplegen of opvolgen. Om toegang te krijgen, moet je een account aanmaken.

Wanneer moet deze aangifte gebeuren? Geef je faillissement online aan binnen de maand nadat jij je activiteiten en betalingen als zelfstandige hebt stopgezet. Alleen wanneer je niet de mogelijkheid hebt om dit elektronisch te doen, mag je een schriftelijke aangifte doen op de griffie van de bevoegde ondernemingsrechtbank.

Curator: faillissement afwikkelen

De ondernemingsrechtbank is verantwoordelijk voor het uitspreken van faillissementen. Daarna stelt ze een curator en een rechter-commissaris aan. Onder toezicht van de rechter-commissaris verkoopt de curator wat er aan goederen in je onderneming overblijft. Dit kan via faillissement veilingen of verkoop online. De opbrengst van deze veiling verdeelt de curator onder de schuldeisers. Hierna sluit de rechter het faillissement af met een sluitingsvonnis.

KBO en sociaal verzekeringsfonds

Als je je activiteiten stopzet, dan moet je ervoor zorgen dat dit ook officieel geregistreerd wordt. Daarom moet je het bevoegde ondernemingsloket (Eunomia) vragen je onderneming te schrappen. Dit gebeurt door middel van een verklaring op eer dat je wilt stoppen als zelfstandige. Vergeet niet je ondernemingsnummer en de datum waarop je de activiteit als zelfstandige wenst stop te zetten, te vermelden. Het ondernemingsloket zal er dan voor zorgen dat je geschrapt wordt uit de KBO (Kruispuntbank voor Ondernemingen) en je hiervan een attest van doorhaling overmaken. In het geval van een vennootschap moeten deze stopzetting en het faillissement bij de griffie van de handelsrechtbank geregistreerd worden. Een notaris kan je hierbij helpen. De opening van het faillissement door de ondernemingsrechtbank kan ook als bewijs dienen van de stopzetting. Dit geldt zowel voor een zelfstandige als voor een vennootschap.

Vergeet zeker ook niet je dossier bij je sociaal verzekeringsfonds stop te zetten.

Gevolgen sociale bijdragen

Zodra je sociaal verzekeringsfonds op de hoogte is van je faillissement, en je dossier afgesloten heeft, word je daarover geïnformeerd. Vanaf dan ben je geen sociale bijdragen meer verschuldigd voor de kwartalen na het kwartaal waarin jij je activiteiten staakte. Je kunt wel nog regularisaties ontvangen van voorbije voorlopige bijdragen – en dit nog tot twee jaar na de stopzetting.

Opnieuw starten na faillissement?

Kun je na een faillissement opnieuw met een eigen zaak beginnen? In principe wel.

Toch kan de ondernemingsrechtbank je expliciet verbieden om een nieuwe zaak te starten en de strafrechter kan je zelfs een beroepsverbod opleggen. Dit gebeurt meestal als blijkt dat je door een grove fout zelf bijdroeg aan het faillissement. Het verbod geldt voor een periode van minimaal drie en maximaal tien jaar na de faillietverklaring. De rechtbank kan het wel intrekken in geval van eerherstel.

Contact

Heb je nog een vraag?

Contacteer je klantenbeheerder:

Mechelen op 015 45 12 60
Brugge op 050 40 65 65
Hasselt op 011 22 27 46

Of stuur een bericht via email naar info@avixi.be.

Contact