Gelijkstelling bijberoep (artikel 37)


Gelijkstelling met bijberoep is een regeling voor een zelfstandige in hoofdberoep of een meewerkende echtgenoot/echtgenote die slechts beperkte zelfstandige inkomsten verwerft. Onder voorwaarden kan een zelfstandige in hoofdberoep of een meewerkende echtgenoot/echtgenote vrijgesteld worden van sociale bijdragen of een verminderde bijdrage genieten. Lees hieronder de voorwaarden voor een gelijkstelling met bijberoep en de voor- en nadelen van deze regeling.

Wat zijn de voorwaarden voor een gelijkstelling met bijberoep (artikel 37)?

Voor een gelijkstelling met bijberoep moet je behoren tot één van onderstaande categorieën:

  • Je bent gehuwd (wettelijk samenwonen volstaat niet)
  • Je bent weduwe/weduwnaar en geniet effectief een overlevingspensioen of overgangsuitkering
  • Je bent vastbenoemde leerkracht met een tewerkstelling tussen 50% en 60%
  • Je bent gehandicapt met een erkenning 66% vermindering van verdienvermogen
  • Je bent volksvertegenwoordiger, schepen, burgemeester of OCMW-voorzitter

Daarnaast mag je netto belastbaar jaarinkomen als zelfstandige maximaal 8.832,73 euro zijn. Voor volksvertegenwoordigers, schepenen, burgemeesters en OCMW-voorzitters mag het netto belastbare beroepsinkomen als zelfstandige op jaarbasis niet hoger zijn dan 1 865,45 euro.

Wat is het voordeel van een gelijkstelling met bijberoep (artikel 37)?

Het voordeel van een gelijkstelling met bijberoep is dat je een gunstige bijdrageregeling geniet. Je bent vrijgesteld van sociale bijdragen als je inkomen op jaarbasis lager is dan 1 865,45 euro. Ligt je inkomen tussen 1 865,45 euro en 8 832,73 euro dan betaal je verminderde sociale bijdragen. Als je meer verdient dan 8 832,73 euro ben je minstens de minimumbijdrage als zelfstandige in hoofdberoep verschuldigd.

Wat is het nadeel van een gelijkstelling met bijberoep (artikel 37)?

Het nadeel van een gelijkstelling met bijberoep is dat je geen eigen sociale rechten als zelfstandige opbouwt. Je ontvangt geen uitkeringen bij arbeidsongeschiktheid en je bouwt geen pensioen op.

De artikel 37-regeling is ook minder flexibel. Als je in de loop van een jaar uit het systeem van artikel 37 wil stappen, treedt dit pas in werking vanaf 1 januari van het jaar volgend op de aanvraag.

Vermoeden van verzaking aan de toepassing art. 37

Als je voorlopige bijdrage van het betreffende jaar (dit wordt berekend op je geïndexeerd jaarlijks netto inkomen van 3 jaar terug) hoger is dan de minimumbijdrage in hoofdberoep en je vraagt geen bijdragevermindering aan tegen uiterlijk 31 december van het huidige jaar, is er een vermoeden van verzaking en wordt uw loopbaan aangepast naar hoofdberoep vanaf 1 januari van het huidig jaar.

Als je dit vermoeden van verzaking wil tegengaan, dien je een bijdragevermindering aan te vragen tot onder de minimumbijdrage hoofdberoep. Er is geen opbouw van sociale zekerheidsrechten bij de toepassing van art. 37.

Je kan na vermoeden van verzaking opnieuw artikel 37 aanvragen. Dit gaat in ten vroegste het jaar volgend op het jaar waarin de verzaking uitwerking heeft.

De voorlopige bijdragen worden berekend op het geïndexeerd netto-bedrijfsinkomen van 3 jaar geleden. Indien de inkomsten van 3 jaar terug hoger zijn dan de drempel die recht geef op een verminderde bijdrage, rekening houdend met je aanvraag art. 37 (gelijkstelling bijdrageberekening met een bijberoep), spreken we over een vermoeden van verzaking aan de toepassing art. 37. De bijdragen als hoofdberoep zijn dan verschuldigd. Indien het inkomen van het betreffende jaar volgens jouw inschatting toch lager is dan de drempel die recht geeft op een verminderde bijdrage, kan de toepassing art. 37 verder blijven doorlopen mits een aanvraag vermindering van de voorlopige opeisbare bijdragen.

Indien de inkomsten van het betrokken jaar niet lager zijn dan de tussendrempel die recht geeft op een verminderde bijdrage, is de verzaking terecht. Een nieuwe aanvraag van de toepassing art. 37 kan dan opnieuw gebeuren het jaar hierop volgend als je inkomsten dit toelaten.

Bij de toepassing van art. 37 is er geen opbouw van sociale zekerheidsrechten.

Retroactieve toepassing van artikel 37 en terugbetaling van deze bijdragen.

Artikel 37 met terugwerkende kracht aanvragen, kan enkel als voldaan is aan onderstaande voorwaarden:

  • Bij voorlopige bijdragen (al dan niet reeds betaald). Van zodra deze bijdragen definitief zijn (regularisatie is gebeurd), is artikel 37 niet langer mogelijk.
  • Er worden geen sociale rechten genoten op basis van de betaalde bijdragen.

De terugbetaling van de teveel betaalde bijdragen kan pas gebeuren wanneer de regularisatie op het definitief inkomen gebeurd is.

Meer info?

Heb je vragen over een gelijkstelling met bijberoep of denk je dat dit een regeling is die op jouw situatie van toepassing is? Neem contact op met avixi. We bekijken dit graag voor jou.